Al rekkend, strekkend, beroerend, schrapend en schrappend zoekt Charlie De Voet naar de limieten van zijn schilderkunst. Door te experimenteren met klassiek kunstgereedschap transformeert hij zijn schilderijen tot bijna sculpturale installaties. Soms vilt Charlie zijn doeken, soms laat hij hun oppervlak golven als zand aan de kust of als striemen op een lijf. Laag na laag versmelten kleuren in elkaar tot de handeling van de schilder het materiaal transformeert tot boter. Elders wordt bijna opgedroogde verf secuur van de drager gesneden, om het op een andere ondergrond te transplanteren. De vellen verf liggen er gerimpeld en ineengevallen bij, alsof ze net van het doek zijn gegleden. Op andere momenten worden ze opgezet tegen een nieuw doek, zodat ze onze werkelijkheid binnenprikken.
Het afpellen van de verflaag is een delicaat en uiterst precies werk. Oppervlaktevel en drager moeten op het juiste moment tijdens het droogproces van elkaar gescheiden worden. Wordt er te lang gewacht, dan brokkelt de verf af; wordt er te snel ingegrepen, dan houdt de schil het niet vol. In het geval van Longing Dyptich (2022) werd de huid van een ander schilderij opengekruld op deze doeken geplaatst. Hierdoor zien we wat we normaal nooit zien, namelijk de onderkant van de verflaag. Het geeft een bijna intiem effect, alsof het schilderij zich in al zijn materialiteit helemaal blootgeeft. Iets gelijkaardigs is aan de gang in Bent Painting (2020), alsof de fragiel opgestelde beschermlaag van het werk een kier openlaat voor ons om dichterbij te komen.
In Drapery Painting With Square Void (2021) ligt het vel van een nu niet meer bestaand doek als een lederen lap gedrapeerd op een sokkel van canvas. Net als striae na een groeispurt zie je aan de rimpels van de gedroogde verf dat het oppervlak heeft afgezien. Het werd uitgerokken en overgedragen, als een trofee op een voetstuk geplaatst. Tegelijk is het duidelijk dat de lap verf zo zacht mogelijk werd behandeld, zo secuur als het is aangebracht op zijn nieuwe locatie. Door canvas en verflaag op deze manier samen te brengen, wordt het schilderij bijna een sculptuur – bijna, want bovenal lijkt het op een driedimensionale presentatie van een schilderij. Zo uiteen getrokken ziet het er teder en naakt uit.
Bij de niet-zo-monochrome werken van Charlie, zoals Don’t Mind the Painting (2021) en The Painting Does Not Mind You (2021), is de textuur het resultaat van de fysieke eigenschappen van verf. Eerst brengt de kunstenaar de lichtste kleur aan in het midden, om vervolgens de materie uit te waaieren met zijn verfborstel. En uit te waaieren met zijn verfborstel. En uit te waaieren met zijn verfborstel. Langzaamaan schakelt hij over naar donkerdere kleuren, terwijl het uitsmeren herhaald blijft worden. Het voortdurend natte mengsel krijgt uiteindelijk een smeuïg, organisch gekreukt oppervlak dat haast lijkt te leven.
Charlie’s werk is speels en kwetsbaar tegelijk. In A Clear-Headed Painting As an Obscured Self-Portrait of the Exhibited Artist (2022) is dat misschien nog het duidelijkste van al. We zien de schilder op een stoel – zijn atelierstoel bedekt met canvas. Zijn ontklede lichaam bestaat uit een sculpturaal schilderij. Hij is plat, dun en slap. Gedrapeerd over de stoel verdwijnt zijn hoofd achter de rugleuning. Het gezicht van de kunstenaar is pas zichtbaar als je om de installatie heen loopt. Hij is geblinddoekt. ‘Ik verschuil me achter mijn werk,’ legt de hij uit. ‘Dus ik wilde een zo eerlijk mogelijk zelfportret maken. En ik voel mij naakt als ik mijn werk presenteer.’ Dus hier is hij, gevangen maar niet echt gevangen, in een vitrine zonder glas, één voet net buiten het frame.
De kunstenaar voelt zich overweldigd en opgesloten, maar wordt uiteindelijk opgevangen door het spel dat zijn werkproces overheerst. Alle werken komen voort uit een doorgedreven nieuwsgierigheid naar de attitude en plasticiteit van materie. Als hij maar aan de verf kan peuteren, tegen het oppervlak kan duwen, het vel kan strekken en oprekken. Als hij maar secuur kan transplanteren en transformeren. Dan is hij in zijn element. Dan komt zijn werk tot leven. Dan ontstaan schilderwerken die op een bevreemdende en tegelijk vertrouwde manier heel dichtbij komen en ons aan onze eigen broze beschermlaag doen denken.
(Verschenen in Kluger Hans, #43 Huid, oktober 2022.)