Tussen de ranken van broze en onnatuurlijk bleke planten gaat Luca Vanello met een intieme blik op zoek naar nieuwe vormen van coëxistentie tussen mens en natuur. De kunstenaar plaatst vraagtekens bij de dominante houding van de mens en zijn uitvindingen. Hoe kunnen we de met gezwellen bedekte relatie tussen mens, groen en vernieuwing anders gaan bekijken? Luca’s aangepaste gewassen alluderen daarbij op de kwetsbaarheid die mensen en planten delen. Het stille materiaal praat door, strategisch gerangschikt, ruimte in te nemen en de toeschouwer op te slorpen in een futuristisch-feeërieke sfeer. Hoe verhoudt de mens zich tot de veranderende omgeving waartoe hij behoort?
Wekend in een chemisch bad vloeit alle chlorofyl langzaam uit de gewassen. De getransformeerde takken worden daarna opgehangen zodat ze kunnen drooglekken. Er ontstaan plassen. In alle transparantie zijn de blaadjes ontdaan van hun overlevingsmechanisme, een beweging waarmee Luca de levenscyclus pauzeert. Tijd is in de planten blijven stilstaan. Hun geschiedenis wordt bevroren en blijft bewaard. Als een fossiel blijft het flinterdunne, gestolde skelet achter. Via het blootleggen van deze broosheid haakt Luca in op hoe de mens ingrijpt in natuurlijke processen en ernaar streeft om levens zo ver mogelijk uit te rekken. Maar hier stopt groei en de weg naar afsterven dus ook.
Het extraheren van een essentieel component van de planten om hun omhulsel te bewaren, is tijdrovend en vereist een fysieke intimiteit van de kunstenaar. Met aandacht en zorg wordt elk blaadje gemasseerd opdat het proces goed zou verlopen. De handeling legt een link met wat Luca de politiek van zorg en intimiteit noemt, waarmee hij doelt op de implicaties van hoe bepaald wordt wie verzorgd wordt en wie niet. Hij wil onze ideeën over zorg uitbreiden, voorbij menselijke interacties en richting onze omgeving, en betrekt gretig de helende rol van planten in deze laag van zijn installaties. Vaak haalt hij de begroeiing uit een locatie nabij of gebonden aan de ruimte waar de takken en bladeren worden opgehangen. In het geval van Taking refuge between blind actors, turgid stomata guide perspiring limb (2021) werden de twijgen, kruiden, pollen, blaadjes en bloemen verzameld in de medische tuin van De Lovie vzw, de plek van deze installatie tijdens Kunstenfestival Watou 2021.
De poëtische aanpak van Luca sluipt ook in zijn titels. Het werk Behind fibulas, absorbing surface of a child’s eye (2020) heeft het over ontmoetingen die blijven nazinderen en in je geheugen kleven tot ze deel van je DNA worden. Er wordt gerefereerd aan het oog van een kind dat zich verschuilt achter de benen van zijn ouders, maar toch nieuwsgierig is. Wat betekent het om iets nieuws te ontdekken vanuit het standpunt van een kind? De ‘fibula’ is het kuitbeen en is een talige verbeelding van zowel die ouderlijke benen als de plantenconstructies die elkaar ondersteunen. Het deel ‘absorbing surface’ gaat over de technische kant van waarnemen; via licht absorbeert het oog een voorwerp. Als een woordelijke schets vallen de titels en de gebundelde opstellingen samen.
Luca speelt met perceptie. Hij tracht het idee van planten als inerte aanwezigheden te verschuiven naar planten als bewuste wezens, en ontleedt daarmee de invloed die ze hebben op de wereld. De kunstenaar schikt en herschikt, combineert elementen en structuren, trekt lijnen en streeft naar levendigheid in het samenbrengen van verschillende materialen. Hier en daar zorgen plastic onderdelen voor een connectie tussen natuur en technologie. Vervaardigd van materialen die doorgaans worden gebruikt voor robots, worden deze sculpturen tot leven gebracht door intense hitte en de bewegingen van het menselijke lichaam. De transparante sculpturen hebben een duidelijke rol op dit toneel; op kleine schaal introduceren ze nieuwe vormen van samenzijn.
Door zijn installaties samen te stellen als een schaakspel, houdt hij de sfeer onder controle: afhankelijk van het beoogde effect worden er andere pionnen uitgestuurd. Zoekend naar de interactie tussen (niet-)(menselijke) (organische dingen), verbindt de kunstenaar mutaties met technologie en manipulaties met het veranderen van levenscycli. Getransformeerde planten worden hier een huis dat gedeelde kwetsbaarheid, zorg, vergankelijkheid, relaties en gelijkwaardigheid herbergt. De toeschouwer beweegt zich voort in een broos bos dat nooit echt is en nooit fictief en nooit natuurlijk en nooit artificieel. De installaties omringen de mens als een futuristische jas van geronnen natuurlijke tijd.
(Verscheen in Kluger Hans, #45 Mutaties, november 2023.)