We plooien ons in bochten. Doormidden gevouwen reiken we met onze ledematen. We rekken de ruimte open om meer plaats in te nemen.
Nog even en
Folded : Whites is de titel geworden. Het vouwen als wenk naar verse was en bij uitbreiding het huishoudelijke dat traditioneel door vrouwen onderhanden wordt genomen. Wit als verwijzing naar de zuiverheid en seksuele onschuld die nog altijd van ons wordt verwacht, maar ook als vinger op de wonde die white privilege heet. Wit is nieuw, wit is kraaknet. Wit wit houden vergt de juiste behandeling, de juiste producten. Niet iedereen heeft daar toegang toe. Wit is met andere woorden een luxe. Wit zijn is dat ook.
De zorgvuldig gekozen titel omarmt helemaal waar Ilke Cops werk voor staat. Ze stelt haar vaak terechte vragen over de maatschappelijke blik op vrouwen en minderheden die hen in een klam hoekje duwt. Het patriarchaat en onze gesocialiseerde bril met glas uit vooroordelen creëren een plek waar we niet in passen.
Met Folded : Whites wandel je Cops universum binnen. De ruimte wordt ingenomen door satijnen installaties. Ook de muren zijn ermee bekleedt. Ik zie een glimp van Lili Dujorie. Zelf zei Dujorie ooit over haar werk: “[Het] zijn verschijningen die je zintuiglijk en verstandelijk waarneemt. Het zijn visuele ideeën.” Cops wit en groene materiaal mag dan wel lichter zijn dan de fluweelwerken van Dujorie, ze kietelen op een gelijkaardige manier de nieuwsgierigheid. De draperieën van beide vrouwen roepen simultaan een aan- en afwezigheid op waarbij een dans ontstaat tussen verhullen en onthullen. Wie of wat zit er achter het gordijn?
De stoffen welvingen vinden een echo in de schilderijen. Het gesprek tussen verf en weefsel laat de afbeeldingen overstromen in onze tastbare realiteit. Alsof je in de verf stapt. Of alsof de picturale laag uit zijn kader is gegleden wanneer we even niet keken.
Ledematen zijn verstrengeld, lichamen onvolledig. De afwezigheid van gezichten is opvallend. Het doet denken aan hoe vrouwenlijven vaak gefragmenteerd worden, gereduceerd tot de juiste billen. Maar hier worden handen en voeten in beeld gebracht, alsof ze vraagt: wat doe je en waar ga je heen? Het schilderij Folded : Whites I toont de maker ten voeten uit in Botticelli-pose aan de Belgische kust. Het ontstaan van de kunstenaar in haar eigen context als volwaardig geheel. Achter de hoek staat een buste. Haar allereerste sculptuur. Nog een portret. Een bevreemdende versie op een hoge sokkel. De werken zijn mooi, maar dat is niet toevallig. Heel bewust wordt esthetiek gebruikt als wapen tegen het idee dat wat mooi en vrouwelijk is inboet aan inhoud. Beide vrouwen kijken trouwens terug naar het publiek. Ze zijn geen objecten. Hier is geen plaats voor clichés.
In de geschiedenis van de kunst is het zelfportret geen vreemde eend. Voor Cop houdt het de boodschap van de kunstenaar dicht bij de eigen ervaring. Dat voelt als de meest eerlijke manier om iets over te brengen. Een ander lijf, een ander mens heeft een andere ervaring, een ervaring die de hare niet is. “Ik begin bij mezelf”, zegt Cop, “maar van zodra het op het doek staat wordt het een personage.”
En dat personage staat ergens voor. Het wil praten over de eigen positie die soms geprivilegieerd is en dan weer niet. Het wil haar stem lenen aan zij die nog steeds niet genoeg gezien worden – laat staan gehoord. Ze wil aanduiden waar het binnen onze samenleving schuurt tot het schramt, zonder zo luid te zijn dat die ander van zijn stem wordt beroofd. En zonder zelf nog de mond gesnoerd te worden. Het maken van kunst die maatschappelijke verwachtingen aanklaagt is op dat moment geen keuze meer, maar een noodzaak. Tussen het garen, de plooien en de borstelstreken wordt er gezocht naar een manier om een kamer vrij te maken voor zij die er nog geen hebben.
(Deze tekst kwam tot stand voor het event Folded : Whites – Ilke Cop invites Hyster-x in Pilar op 21 september 2022.)